blog

focus …

... en gedrevenheid

Het één na laatste bericht van dit jaar. Vorige week was ik wat weggezakt in een licht-sombere pre-kerst-eind-decemberstemming die me vaak overvalt, maar die helemaal niet zo zwaar is als dat ie soms lijkt. Nee, natuurlijk zijn denken, dromen en verlangen mooie zaken om je mee bezig te houden; zeker als je aan het eind van het jaar terugkijkt op wat er wel en niet gebeurd is.

Ja, kijken en beschouwen is een mooie bezigheid, maar zelf ben ik in de basis meer van het doen. Daar ben ik ook erg blij mee, want het helpt me altijd uit dit soort kuiltjes en ik weet altijd naar een hoger gelegen punt te klimmen. En over dat doen wil ik het deze week hebben. En vooral over de bijbehorende focus en gedrevenheid.

Focus ...

Focus is voor mij een teken dat ik ergens vol mee bezig ben, honderd procent aandacht, zonder compromissen. Soms vergeet ik de wereld om me heen, soms net niet, maar in ieder geval ben ik heel intensief bezig met datgene waar ik me op focus. Focus maakt dat de intensiteit, betrokkenheid en aandacht maximaal is. Dat geldt vooral bij scheppende vormen van doen. Zoals bij het maken van foto's of het ontwikkelen van software, of bij het schrijven van een SPAGHETTI bericht.

... en gedrevenheid

Zelf ben ik van jongs af aan altijd bezig geweest. Met bewegen, met uitzoeken, met kijken, met maken, met doen en met veel meer. Altijd gedreven bezig. Is gedrevenheid eigenlijk een goede eigenschap ? Dat vraag ik me ook wel eens af; ik weet het niet. Gedrevenheid is nogal naar binnen gericht en onrustig. En waar komt gedrevenheid vandaan ? Is het een geldingsdrang, een drang iets te "creëren" of iets na te laten, of is het een compensatie voor iets dat ontbreekt. Of misschien is het gewoon een uit de hand gelopen betrokkenheid en nieuwsgierigheid. Gedrevenheid duwt je in ieder geval altijd nét één stapje verder en dat ervaar ik als prettig.

Advocaten met een geweten

Graag wil ik binnen dit kader van focus en gedrevenheid iets fotografisch laten zien. Alweer een flink aantal jaren geleden maakte ik een tweetal samen-portretten van de gebroeders Anker.

In het kader van de opdracht "bekende Nederlander" moesten we tijdens de studie zelf op zoek naar BN-ers en ze fotograferen. Hoewel ik, ja die leeftijd heb ik, Monique van de Ven als eerste keus had, lukte het me niet om haar zo gek te krijgen. De gebroeders Hans en Wim Anker waren mijn volgende eerste keus. En echt, ik ben blij dat ze wilden, want ik heb groot respect voor deze mannen. Doordat ik bijna 20 jaar als extern zelfstandige opdrachten voor het Openbaar Ministerie heb gedaan, kijk ik misschien iets anders tegen advocaten aan dan de gemiddelde Nederlander. Deze twee verdienen echt respect. Ik kom daar zo op terug.

Eerst even fotografisch. Het concept voor deze foto's heb ik gebaseerd op het feit dat ze tweelingen zijn. Verbonden vanaf de (bijna) gezamenlijke geboorte. Ik wilde dat ze die verbinding vast hielden in mijn beelden. Dat telkens één van hen in mijn lens keek, maar dat de ander de onderlinge verbinding van de tweeling visueel vast zou houden door naar de extern gerichte broer te kijken.

Over die conceptuele gedachte ben ik nog steeds tevreden, al zou ik het nu qua beeld anders doen. Ik zou beiden nu veel closer in beeld willen hebben; Rembrandt is leuk, maar dringt zich hier meer op dan ik tegenwoordig leuk vind. Door ze dichterbij en beeldvullender in beeld te hebben wordt de onverbrekelijkheid van de tweeling-verbinding groter. Ik zou nu ook meer doen met zachtheid, bijvoorbeeld door de verbinding vasthoudende broer iets vager in beeld te willen hebben.

Rare dingen

In mijn introductiebrief, waarin ik ze verzocht om ze te mogen portretteren, had ik al aangekondigd wat ik van plan was. Dat was dus geen verrassing meer, toen ik aankwam. Wel waren ze verrast door mijn initiatief dat ik de schedels van de heren ging poederen om hinderlijke schittering te voorkomen. Ik ben daar achteraf ook wel wat verbaasd over, maar het leek toen onvermijdelijk. Ze hebben zich er zonder klagen aan over gegeven...

Wat ik bewonder aan Hans en Wim Anker is dat ze zich geven. Ze gaan er helemaal voor. Of dat nou overgave aan de advocatuur is, aan het levenslied, voetbalwedstrijden van Heerenveen, of de theatervoorstellingen waar ik vooral Wim heb zien schitteren. Altijd met overgave, volledig en zonder terughoudendheid. En niet alleen de gemakkelijke of winstgevende delen, maar ook vol overgave voor Pro Deo zaken en met blijvende betrokkenheid bij langgestraften. Maar zeker niet gedachteloos of zonder inhoudelijke overtuiging. En zonder de zelfgenoegzaamheid die onder succesvolle strafrechtadvocaten hinderlijk op de loer ligt. Respect ! Focus en gedrevenheid !

Te kort. En zoveel te doen.

Deze week gaan we, los van de fotografische invalshoek, even heel ver terug. Op zoek naar de oorsprong van mijn eigen gedrevenheid en/of onrust; ja wat is het eigenlijk ? Een nieuwsgierigheid, een onsterfelijkheidsstreven ? Ik heb vaak het gevoel dat het leven te kort zal blijken om alles te doen dat ik wil.... Dat er nog zoveel prachtigs te doen is (en altijd nog teveel te doen overblijft). Of misschien bouw ik met die gedrevenheid souvenirs op, zoals ik helemaal aan het begin van mijn SPAGHETTI blog vertelde? Hoe dan ook, om op dit moment, in deze voorlaatste aflevering van SPAGHETTI (van dit jaar), terug te kijken voelt alsof een cirkel wordt gesloten.

Spoken in de nacht

Een paar weken geleden had ik al een tipje van de sluier opgelicht met een zwart-wit afbeelding van een vrij vormloos wezen. Dat wezen is een spook; sterker nog, een nachtelijk spook. Sterker nog; het is een geschilderde kunstzinnige uiting van mijzelf. Sommige dingen, zoals schilderen, blijken net iets te ver van me af te liggen...

Spoken in de nacht

 

Bovenstaand spook is de voorkant van mijn allereerste zelf geschreven boekwerk : "Spoken in de nacht", dat samen met het vervolg "S.O.S" mijn allereerste dubbelroman vormt. Ik was op het moment dat ik "Spoken in de nacht" schreef 14 jaar oud en zat net in klas 2 van het gymnasium in Assen (na de brugklas de eerste echt gymnasiale klas).

Er was eens ...

Wat was ik nog een jongetje, behoorlijk kinderlijk nog, terugkijkend. Ik was helemaal niet stoer en logeerde nog gewoon regelmatig bij mijn grootouders. En dat vond ik ook nog gewoon fijn om hele weekenden of vakantie-weken te doen. Van vaders kant was dat bij mijn (grote) oma in Bennekom; haar man, mijn naamgenoot, was al ver voor mijn geboorte overleden. Van mijn moeders kant logeerde ik bij mijn (inderdaad kleine) oma en opa in Twello. Beide logeeradressen met hun eigen eigenaardigheden en vooral eigen charmes.

Het bedenken en schrijven van mijn eerste dubbelroman deed ik thuis en op school, liefst tijdens de lessen Latijn, schat ik in. Het uittypen deed ik bij mijn opa en (kleine) oma, die als enige in onze familie in het rijke bezit van een typemachine waren. Ik kan me nog herinneren hoe intensief ik dat deed. Het moest natuurlijk ook zo snel mogelijk, want de tijd was beperkt en mijn typen was nog langzaam. Bovendien moest het boekje gebonden worden, dus tweezijdig in halve bladzijden getypt.

Illustratieve meerwaarde

Zoals gezegd was ik op mijn 14e nog gezegend met een vrij kinderlijke geest en mogelijk om die reden besefte ik dat een goed boek illustraties verdient. De illustraties die mijn dubbelroman zijn meerwaarde moesten geven zijn van de hand van Fred Abbingh. In het kader van mijn SPAGHETTI bericht en het gebruik van zijn tekeningen heb ik contact met hem opgenomen. Vorig jaar op de reünie waren we elkaar wat misgelopen, maar nu hebben we een boeiende mailwisseling gehad. Mijn dank voor het mogen gebruiken van de tekeningen.

Fred en ik zaten tijdens de lessen Latijn naast elkaar en ik weet nog goed dat we niet alleen met de bestudering van de taal bezig waren. Fred was anders. Anders dan mijn buurt-vrienden, geen stoere macho, maar hij was met muziek en tekenen bezig. Gedrevenheid in creativiteit; iets dat behoorlijk nieuw voor me was, en al zeker om dat te delen in een schuchtere (mooi woord, dank Fred) vriendschap. En dat viel samen met de ontdekking van de scheppende drang die ik in mezelf had ontdekt; tenslotte ging ik misschien wel een schrijver worden... (toen al dromen en verlangen...)

Kortom, van het één kwam het ander. Ik schreef mijn dubbelroman en Fred maakte een tweetal full-size tekeningen en wat kleinere illustraties. De details van de tekeningen hadden niet allemaal even veel met de inhoud te maken en ik weet eigenlijk ook niet of hij gelezen had wat ik had geschreven. Het vogeltje in de sneeuw, de vleermuizen en het extreem groezelige uiterlijk van wat een detective had moeten voorstellen doen een zekere artistieke vrijheid vermoeden.

Fred Abbingh

Fred Abbingh

Als je wilt...

Als je wilt kun je beide boekjes zelf bekijken en lezen. Ik heb ze gescand en je kunt ze onderstaand openen. Een voorbeeldbladzijde zie je onder de downloadlinks. Klik op de links (openen in een nieuw tabblad) en scroll naar beneden om alle bladzijden te zien. Het plakband waarmee de tekeningen zijn ingeplakt is in de loop der jaren (bijna 50 jaar !) flink vergeeld. De rode draad (is geen toeval) waarmee ik mijn boekwerken handmatig heb gebonden houdt de zaak nog steeds bij elkaar.

Ik ga ze zelf in de komende vakantieweken eindelijk ook weer eens helemaal lezen. Best spannend in hoeverre ze tenenkrommend zijn. Heb al wel een paar rare zinnen, woorden en wendingen gezien. En sommige oplossingen zijn wel erg plastisch, zoals een robotkat. We gaan het zien. Om te voorkomen dat ik ze niet zou durven publiceren heb ik ze op moment van dit SPAGHETTI bericht nog niet herlezen.

Deel 1 : Spoken in de nacht

Deel 2 : SOS

bladzijden

Helaas...

Dat ik plezier (soms ook last) heb van een behoorlijke hoeveelheid gedrevenheid zal je inmiddels duidelijk zijn. Met de focus is het helaas iets minder gesteld. Ik heb drie volledig verschillende studies gedaan, heb fotografie, schrijven, films kijken en constructies uitdenken en realiseren (ons tenthuis bijvoorbeeld) als hobby's, maar doe ook graag iets sociaals of ook graag helemaal niets (maar dat red ik niet lang achter elkaar). Wat ik uiteindelijk doe is zo divers dat er nauwelijks meer sprake is van focus op een bovenliggend niveau.

Graag had ik iets meer een algemene focus gehad; liefst iets creatiefs als fotografie, schrijven of (desnoods) schilderen. Of iets technisch, waar ik alle in kwijt had gekund. Of iets met eten, of iets met reizen. Maar nee, ik blijf echt alles van alles leuk vinden en doen. Ik kan er mee leven. Misschien past echte focus niet bij me. Ik ben gewoon wat rommelig en kan me ook weer niet zo goed als de Ankers volledig overgeven aan de diversiteit van het bestaan, maar ik blijf proberen...

Weeksluiting

Als weeksluiting nog een laatste keer terug naar vorige week. Naar denken, dromen en verlangen. Het bestaat echt.... Gisteren zag ik de film Cold War van Paweł Pawlikowski. Echt prachtig en ontroerend. Even klikken op onderstaande trailer kan helemaal geen kwaad. De film in de bioscoop zien gaat dan vanzelf volgen, lijkt me.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *